Biodiversiteit verbeteren
De biodiversiteit op de planeet, de grote variatie aan planten- en diersoorten, gaat hard achteruit. De omvang van een groot aantal populaties verminderd in rap tempo, wat deze populaties kwetsbaar maakt. Biologische diversiteit is van wezenlijk belang voor de instandhouding van gezonde ecosystemen, schoon water en een goede luchtkwaliteit. De continuïteit van onze voedselvoorziening is er voor een groot deel van afhankelijk. Denk aan de bestuiving van gewassen. Ook draagt biodiversiteit bij aan talrijke andere ecosysteemdiensten, zoals de levering van drinkwater en het bieden van mogelijkheden voor recreatie.
Wat is biodiversiteit?
Bij biodiversiteit wordt onderscheid gemaakt tussen drie niveaus: genetische diversiteit, soortendiversiteit en ecosysteemdiversiteit.
- Genetische diversiteit is de variatie aan genen binnen een populatie van dezelfde soort. Genetische variatie is essentieel voor het aanpassingsvermogen van soorten aan veranderende klimatologische en andere omgevingsomstandigheden en ziekten.
- Soortendiversiteit verwijst naar het aantal verschillende soorten in een bepaald ecosysteem. Naarmate een ecosysteem meer verschillende soorten bevat, is het beter in staat om veerkrachtig te reageren op verstoringen, zoals klimaatverandering of natuurrampen.
- Ecosysteemdiversiteit staat voor de verscheidenheid aan ecosystemen op een continent en op de planeet, zoals bossen, wetlands en koraalriffen. Elk type ecosysteem biedt unieke leefgebieden voor verschillende planten- en diersoorten.
Achteruitgang van de biodiversiteit in Nederland
De biodiversiteit in Nederland gaat sterk achteruit. Sinds 1990 is de biodiversiteit in Nederland met ongeveer 50% afgenomen. Hiervoor zijn verschillende factoren aan te wijzen. De overmatige stikstofuitstoot leidt tot verzuring van bodems en eutrofiëring van wateren waardoor inheemse planten verdwijnen en bossen worden aangetast. Slechts 39% van de Nederlandse oppervlaktewateren voldoet aan de Europese normen. Door verstedelijking en uitbreiding van infrastructuur zijn natuurgebieden en landschap versnipperd. Voor de instandhouding van soorten is de samenhang tussen leef-, foerageer- en rustgebied van groot belang. Verstoring van rustgebieden vermindert het voortplantingssucces van bepaalde diersoorten. In sommige natuurgebieden is de recreatie zodanig geïntensiveerd dat de toegankelijk ervan moet worden beperkt.
Dashboard voor biodiversiteit
Natuurkennisinstellingen hebben een dashboard gelanceerd dat de biodiversiteit in Nederland in kaart brengt. Dit dashboard toont veertien doelen op het gebied van biodiversiteit, ruimte voor natuur, drukfactoren en systeemverandering. Het Nationaal Dashboard Biodiversiteit is online beschikbaar en biedt een overzicht van de staat van biodiversiteit in Nederland. Het dashboard toont of Nederland op koers ligt om de doelen voor biodiversiteitsherstel in 2030 te halen. Dat is momenteel niet het geval.
Wat kunnen gemeenten doen om de biodiversiteit te bevorderen?
Gemeenten kunnen met gerichte beleidsmaatregelen de biodiversiteit bevorderen. Hieronder voorbeelden van gemeentelijk beleid en maatregelen om de biodiversiteit te verbeteren:
- Groene ruimtes integreren in stedelijke planning: dit omvat zowel de ontwikkeling van nieuwe groene ruimtes zoals parken, tuinen en groendaken, maar ook herstructurering van bestaande gebieden. Het toevoegen van inheemse planten en het creëren van natuurlijke habitats in deze gebieden helpt om een diversere leefomgeving te creëren voor verschillende planten en dieren.
- Natuurinclusief bouwen: gemeenten kunnen stimuleren dat in nieuwbouwprojecten broed- en schuilplaatsen worden gecreëerd voor vleermuizen en vogels. Ook groene ontwerpen in stedelijke ontwikkelingsprojecten, zoals groendaken en geveltuinen, dragen bij aan de biodiversiteit in steden.
- Creëren van groene corridors: door verbindingsroutes aan te leggen tussen verschillende parken en natuurgebieden, kunnen gemeenten migratieroutes creëren voor dieren. Ecologische verbindingen zorgen ervoor dat soorten gemakkelijker kunnen bewegen tussen leef-, rust- en foerageergebieden.
- Biodiversiteitsplan opstellen: gemeenten kunnen een gemeentebreed ecologisch onderzoek uitvoeren en een biodiversiteitsplan opstellen. Hiermee kan een gebiedsgerichte omgevingsvergunning worden verkregen. Deze vergunning vermindert de regeldruk en vereenvoudigt de wettelijke vereisten voor gemeenten, woningcorporaties en particulieren.
- Ruimte creëren voor voedselbossen: met de aanleg van (kleinschalige) voedselbossen en het planten van inheemse (fruit)bomen worden groene corridors gecreëerd voor dieren. Fruitbomen zoals appel- en kersenbloesem zijn goed voor de bijen- en insectenstand. De vruchten en zaden zijn voedsel voor vogels.
- Beperken van pesticiden en chemische middelen bij beheer en onderhoud van parken en pleinen is een belangrijke maatregel vanwege het positieve effect op insecten. Gemeenten kunnen natuurlijke alternatieven aanmoedigen en het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen bevorderen.
- Educatie en bewustwording: met het organiseren van schoolprogramma’s en workshops kan de waarde van biodiversiteit onder de aandacht worden gebracht bij kinderen. Bewoners worden betrokken bij hun directe leefomgeving. Met publieke campagnes kunnen bewoners worden geïnformeerd over hoe zij zelf kunnen bijdragen aan het behoud van biodiversiteit.
Deze beleidsmaatregelen bevorderen niet alleen de lokale biodiversiteit, maar creëren ook een gezondere en duurzamere leefomgeving voor alle bewoners.