Afstandsnorm voor windturbines

Een afstandsnorm voor windturbines is nodig om gezondheidsschade bij omwonenden te voorkomen. Voor het beperken van geluidsoverlast zijn er geluidsnormen, maar die bieden onvoldoende bescherming. In verschillende Regionale Energie Strategie regio’s (RES) zijn zoekgebieden en locaties aangewezen met windturbines op afstanden van minder dan 500 meter. Vooral tijdens de nacht leiden die tot slaapverstoring en gezondheidsklachten.

In het Activiteitenbesluit milieubeheer is voor windturbines een maximale geluidsnorm vastgelegd van 47 decibel. Deze norm is een jaargemiddelde van het geluid dat een windturbine mag produceren op de dichtstbijzijnde woningen. Bij het vaststellen van deze geluidsnorm is uitgegaan van de jaargemiddelde windrichting. Deze komt voor een groot deel van het jaar uit het zuidwesten. Wanneer de wind uit een andere richting komt, kan dat voor woningen die in de windrichting liggen een hogere geluidsbelasting veroorzaken.

De huidige geluidsnorm houdt ook geen rekening met laagfrequent geluid. Laagfrequent geluid is een lage bromtoon die tot op grote afstand hoorbaar (en soms voelbaar) is. Omwonenden van industrieterreinen en NS-stations hebben er soms al ervaring mee. Voor laagfrequent geluid bestaan geen normen. De oorzaak van laagfrequent geluid is niet eens bekend. Dan is het lastig om maatregelen te nemen om dit soort geluid te voorkomen of verminderen.

Aardgasvrij maken van bedrijventerreinen?

Genoeg redenen om de huidige geluidsnormering voor windturbines en -parken aan te passen. Gemeenten kunnen dat al doen na inwerkingtreding van de Omgevingswet door in het omgevingsplan een lagere geluidsnorm vast te leggen. Volgens het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) kunnen gemeenten de maximale norm verlagen naar 42 dB. Hiervoor is een aanpassing nodig van de rijksregels in de zogenoemde bruidsschat. De vraag is of dit voldoende is.

Wat een goede afstandsnorm is, daarover bestaat discussie. In landen als Denemarken en Duitsland wordt uitgegaan van een afstandsnorm van tien keer de masthoogte. Bij een masthoogte van 100 meter moet dan minimaal een afstand van 1.000 meter worden aangehouden. Het is onbekend welke minimale afstand voldoende waarborgen biedt om slaapverstoring en hinder door laagfrequent geluid te voorkomen.

In het coalitieakkoord van het nieuwe kabinet is aangekondigd dat gewerkt wordt aan de invoering van een heldere afstandsnorm. Gemeenten kunnen hierop alvast anticiperen door een kaart te maken met gebieden die op een voldoende ruime afstand staan van woningen. Gebieden die niet voldoen aan de geluids- en afstandsnorm, komen dan bij voorkeur niet in aanmerking voor plaatsing van windturbines.

Peter van de Laak
23 december 2021