Het Pareto-optimum van de Omgevingswet

Het is maar goed dat er een vrouw aan het roer staat bij Infrastructuur en Milieu. De Omgevingswet – dit voorjaar gaat het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer – is een echte ‘multitasker’. De wet moet de besluitvorming in het ruimtelijke domein eenvoudiger, sneller en beter maken. Tegelijkertijd is de doelstelling van de Omgevingswet de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen. Van diverse kanten is er bovendien op gewezen dat het bevorderen van ruimtelijke kwaliteit als hoofddoel niet mag ontbreken. Mooie voornemens. De vraag is alleen hoe de ambitie van meer ruimtelijke en leefomgevingskwaliteit samen gaat met het realiseren van die andere doelstelling: eenvoudiger en sneller.

De afwegingen in het ruimtelijk domein zijn complex en ondoorzichtig, de besluitvorming stroperig.

Het wordt nog lastig om ruimtelijke kwaliteit een goede plek te geven in de wet! Dat levert een scala aan aspecten op. Voldoende parkeerruimte en waterberging, goede culturele voorzieningen, ecologische kwaliteit, een goede bereikbaarheid en beeldkwaliteit, kwaliteit van woningen, afwezigheid van geluidshinder en slechte luchtkwaliteit. Vanwege al die aspecten zien bestuurders door de bomen het bos niet meer. Hoe al die aspecten waarderen en met elkaar vergelijken?

Het vinden van een Pareto optimum

Pareto was een Italiaans econoom die zich bezig hield met de vraag wanneer er bij een keuzeprobleem het optimum is bereikt. Optimalisatie is nog mogelijk als een verbetering van één aspect niet ten koste gaat van een ander aspect. Meer ruimte voor parkeren betekent minder ruimte voor groen. Door parkeren ondergronds of inpandig te realiseren, hoeft niet te worden ingeleverd op de hoeveelheid groen. De ruimte waarbinnen naar een optimum kan worden gezocht wordt begrensd door een positief saldo van de grondexploitatie. Het mooie van Pareto efficiency is zijn eenvoud en transparantie.

Condities creëren voor een lerende organisatie

Afwegingen over ruimtelijke kwaliteit verdienen een plek op strategisch niveau in een omgevingsvisie. Om die reden is een discussie over ruimtelijke kwaliteit of leefomgevingskwaliteit als doelstelling van de Omgevingswet slechts bijzaak. Van werkelijk belang is een discussie over de noodzaak van een wettelijk verplichte gemeentelijke omgevingsvisie. In een omgevingsvisie komt de vraag aan de orde welk beleid en welke aanpak op de lange termijn het meest bijdragen aan ruimtelijke kwaliteit. Dat is geen kwantitatieve exercitie, maar een kwalitatieve. Het betekent wel keuzes maken in onzekerheid. Bijsturen blijft echter mogelijk door de uitvoering van het beleid te monitoren. Daarmee zijn er tevens condities voor een lerende organisatie.

Peter van de Laak
www.binnenlandsbestuur.nl
Februari 2013