Milieueffectrapportage op een kantelpunt

Tijdens de Nationale Milieudag van de VVM, het netwerk van milieuprofessionals, werd door de sectie Milieueffectrapportage een webinar verzorgd over 34 jaar milieueffectrapportage (16 juni 2021). Het instrument milieueffectrapportage heeft in de voorbije decennia verschillende kantelpunten gekend en staat opnieuw voor een belangrijk kantelpunt. Zo is er de vraag of milieueffectrapportage zich zou moeten door ontwikkelen naar een omgevingseffectrapportage, kortweg OER genoemd. Die ontwikkeling zou goed aansluiten bij de Omgevingswet die in 2022 in werking treedt.

Milieueffectrapportage op een kantelpunt

 

Tijdens het webinar zijn drie relevante ontwikkelingen toegelicht die een kantelpunt inhouden voor milieueffectrapportage. Het gaat o.a. om de wettelijke participatieplicht bij nieuwe initiatieven, zoals de bouw van zonne- en windenergieparken, woningbouwprojecten en aanleg van nieuwe infrastructuur. Het instrument milieueffectrapportage zal deze participatieplicht moeten inpassen in de procedure. Dat betekent een grotere nadruk op het betrekken van omwonenden en andere belanghebbenden bij de uitgangspunten, randvoorwaarden en onderzoekmethoden voor de uitvoering van milieueffectrapportage.

Een andere ontwikkeling is de digitale MER-rapportage. Deze ontwikkeling is een antwoord op de vaak gehoorde kritiek van omvangrijke en slecht toegankelijke MER-rapporten. Bestuurders zien vaak niet wat de relevante (strategische) afwegingen zijn. Door de omvangrijke informatie is niet altijd duidelijk wat de belangrijkste milieugevolgen zijn en hoe deze zijn te beïnvloeden. Het digitale MER-rapport beoogt de milieu-informatie toegankelijk te maken met behulp van visuele methodieken, zoals computersimulaties, augmented reality en audiovisuele hulpmiddelen. Beschikbare data kunnen op verschillende wijze worden gepresenteerd en bewerkt, zodat de gevolgen van wijzigingen in een project meteen zichtbaar zijn.

De omgevingseffectrapportage of OER is een derde ontwikkeling die al wordt toegepast bij omvangrijke stedelijke ontwikkelingsprojecten en omgevingsvisies, door middel van bijvoorbeeld een omgevingsplan. Voorbeelden zijn Haven-Stad Amsterdam en Binckhorst Den Haag. Bij OER wordt er niet alleen gekeken naar de traditionele milieueffecten, zoals bodem, geluid, natuur en landschap. Een breed palet van ruimtelijke, sociale en economische effecten wordt beoordeeld. Een ontwikkeling die aansluit bij het belang van duurzame ontwikkeling en het beoordelen van de lange termijngevolgen voor gezondheid, welzijn, werkgelegenheid en klimaatverandering. Een veel gehoorde kritiek op de OER is dat vanwege de vele beoordelingscriteria de strategische afwegingen voor bestuurders complex zijn. Door de complexiteit zijn er tal van onzekerheden die het nemen van besluiten niet eenvoudiger maakt.

Het staat nog niet vast hoe deze drie fundamentele ontwikkelingen gaan doorwerken in het instrument milieueffectrapportage. Wel is met deze drie ontwikkelingen de milieueffectrapportage opnieuw op een kantelpunt beland. Het is vooral een opdracht aan m.e.r.-professionals om te laten zien hoe het integreren van deze ontwikkelingen bijdraagt een de toekomstwaarde van milieueffectrapportage. Goede voorbeelden zijn nodig om gebruikers en bestuurders te enthousiasmeren en overtuigen.

Peter van de Laak
16 augustus 2021