Triple P biedt geen houvast bij afwegingen over transitieopgaven

Gemeenten, provincies en het Rijk staan voor grote maatschappelijke uitdagingen die alleen door bestuurlijke samenwerking verder kunnen worden gebracht. Het gaat om bovenlokale transitieopgaven op het gebied van energie en klimaat, gezonde leefomgeving en circulaire economie. Deze opgaven gaan dwars door schaalniveaus, beleidsterreinen en bestuurlijke grenzen heen. Van bestuurders wordt gevraagd om ongelijksoortige afwegingen te maken tussen economische ontwikkeling, sociale vooruitgang en ecologische duurzaamheid. Het Triple P afwegingskader biedt hiervoor geen oplossing, want het houdt geen rekening met de samenhangen tussen deze drie domeinen.

Economische ontwikkeling, sociale vooruitgang en ecologische duurzaamheid behoren toe aan verschillende wetenschappelijke disciplines en praktijken. Om de veranderingen in deze drie domeinen te wegen heb je een dashboard nodig dat bestaat uit drie aparte delen. Elk deel met een beperkte set van indicatoren uitgedrukt in fysieke grootheden. Dit belangrijke inzicht komt uit het zogenoemde Stiglitz rapport. Het dashboard van een auto met een snelheidsmeter, toerenteller en benzinemeter maakt het belang hiervan duidelijk. Een meter die de snelheid én het resterende benzinepeil weergeeft, is voor de bestuurder van generlei waarde. Beide soorten van informatie dienen duidelijk zichtbaar te worden weergegeven op het dashboard.

Op het regioniveau komen de belangen en bestuurlijke verantwoordelijkheden samen om de transitieopgaven verder te brengen. De regio moet dan minder als territorium worden gezien en meer als platform voor (bestuurlijke) samenwerking tussen uiteenlopende partijen. Het doel is het bereiken van een gezamenlijk handelingsperspectief. Bij het maken van afwegingen over transitieopgaven is essentieel het onderscheid tussen strategische voorraden en daarmee samenhangende stromen. Bestuurders kunnen dan kiezen tussen investeren in strategische voorraden of ingrijpen in de omvang van stromen die leiden tot een afname van voorraden. De energietransitie bijvoorbeeld vraagt om sturing op duurzame energie- en netwerkcapaciteit (inclusief opslag) en op energiebesparing en terugdringing van CO2-emissies.

Voor het bepalen van de bestuurlijke afwegingsruimte is het nodig per indicator de ondergrens en ambities/doelen vast te stellen voor economie/vestigingsklimaat, kwaliteit van leven en ecologische draagkracht. Het is aan de politiek om met heldere ambities en concrete doelstellingen te komen. Op deze wijze is een bestuurlijke bandbreedte te bepalen en de mogelijkheid om vast te stellen of grenzen eventueel worden overschreden. De bestuurlijke bandbreedte en afwegingsruimte kunnen van tijd tot tijd worden bijgesteld al naar gelang de kennis over economische, sociale en ecologische samenhangen toeneemt.

Peter van de Laak
5 april 2018