Valkuilen MER-onderzoek
Recent ben ik benaderd voor het uitvoeren van een second opinion voor het MER Westelijke ontsluiting Tiel. Met enige regelmaat beoordeel ik MER-rapporten en ik ben vaak verrast door wat ik tegenkom. Ook dit keer.
De gemeente Tiel heeft een besluit genomen over het voorkeursalternatief, namelijk het meest westelijke tracé. Dit tracé doorsnijdt het stiltegebied ‘Kil van Hurwenen’. Dat roept meteen al vragen op, want dit tracé was nog helemaal niet in beeld in de startfase van de notitie reikwijdte en detailniveau (NRD). Het is als vijfde alternatief toegevoegd aan het MER-onderzoek vanwege een zienswijze op de NRD. Het MER-bureau is alleen vergeten te toetsen of het wel ‘een redelijkerwijs in beschouwing te nemen alternatief’ is. En uitgerekend dit alternatief heeft de voorkeur van het gemeentebestuur.
De gemeente Tiel zoekt naar een alternatieve derde ontsluiting, omdat filevorming op de A15 de doorstroming van het verkeer op de bestaande ontsluitingsweg (N834) belemmert. Verbetering van de kruispunten door aanleg van (turbo)rotondes en verbreding van de wegvakken heeft beperkt effect. Verkeerslichten op het viaduct van de N384 werken als een flessenhals. In de spits ontstaan lange wachtrijen op het viaduct en zelfs daarvoor.
In 2010 heeft de gemeente Tiel een structuurvisie vastgesteld. Drie scenario’s, diverse woon- en werklocaties en bijbehorende infrastructuur zijn verkend op hun mogelijkheden. Hiervoor is toen een plan-MER opgesteld, maar de Commissie voor de mer concludeerde dat in het MER nauwelijks alternatievenonderzoek heeft plaatsgevonden. De meeste keuzes waren al gemaakt. Je zou verwachten dat het MER voor de westelijke ontsluiting die tekortkoming zou repareren. Maar dat is niet gebeurd. In plaats daarvan verwijst het MER naar de conclusies van de Structuurvisie van 2010. Maar ja, na 14 jaar is die structuurvisie wel aan actualisatie toe.
De keuze van het voorkeursalternatief blijkt vooral ingegeven door het maatschappelijk draagvlak: minder mensen die bezwaar maken. De beperkingen van dit tracé worden niet of onvoldoende in de afweging meegenomen. Het tracé is minder aantrekkelijk voor veel automobilisten door de excentrische ligging. Het creëert nieuw sluipverkeer en het ontlast slechts beperkt de verkeerstoename op de N834. Er is een beter alternatief met minder milieugevolgen en lagere kosten, maar wel met meer weerstand.
Deze casus laat twee valkuilen zien. Het MER-bureau is naar mijn idee te gemakkelijk meegegaan in de wens van de gemeente om een vijfde alternatief toe te voegen aan het MER-onderzoek. Een te geringe kritische houding tegenover de opdrachtgever kom ik wel vaker tegen. Daarnaast heeft het bureau zich in de offertefase onvoldoende verdiept in de historie, zo lijkt het. Want dan had het bureau kunnen weten dat er eerder een MER is uitgevoerd met een negatief toetsingsadvies van de Commissie voor de mer. Daar moet je dan wel iets mee doen.
Peter van de Laak
22 augustus 2024