Milieueffectrapportage
Wij zijn gespecialiseerd in milieueffectrapportage van plannen en programma’s. Wat wij voor u kunnen betekenen, leest u hier. De context van milieueffectrapportage is aan het veranderen. Een ontwikkeling vindt plaats naar verbreding van het milieueffectrapport (MER) met nieuwe thema’s, zoals energietransitie, klimaatadaptatie, gezondheid, duurzaamheid, economische en sociale effecten. Wij kunnen voor u een second opinion uitvoeren als u bedenkingen heeft over de inhoud en de conclusie van het MER.
Download hier de second opinion
Kwaliteit van milieueffectrapportage
Welke criteria bepalen de kwaliteit van mer? Onderzoek naar de kwaliteit van mer noemt meerdere criteria waarop de kwaliteit is te beoordelen. Behalve betrouwbare milieu-informatie, gaat het ook om de toegankelijkheid (leesbaarheid) van het MER en de juridische houdbaarheid. Participatie is verplicht onder de Omgevingswet en dan is leesbaarheid belangrijk voor belanghebbenden om de conclusies van het MER te begrijpen. Initiatiefnemers en bevoegde gezagen hebben behoefte aan zekerheid of het besluit standhoudt bij de Raad van State.
Wat is de rol van de Commissie voor de milieueffectrapportage (Commissie mer)? De Commissie mer beoordeelt of de milieu-informatie in het MER volledig en betrouwbaar is en er gebruik is gemaakt van valide methoden. Ook toetst de Commissie mer of de conclusies in het MER gebaseerd zijn op een integrale beoordeling van alle milieugevolgen. Die kwaliteitstoets is alleen verplicht voor MER van wettelijke en bestuursrechtelijk verplichte plannen en programma’s (zie mer-procedure). De Commissie mer kan ook adviseren over de aanpak van het mer-onderzoek in de notitie reikwijdte en detailniveau. Dat is onder de Omgevingswet niet meer verplicht.
De kwaliteit van mer staat of valt met een goede start. Meer aandacht is daarom gewenst voor de aanpak van het mer-onderzoek in de notitie reikwijdte en detailniveau en het proces. Wij kunnen u daarbij helpen. Gemeenten en provincies kunnen bijdragen aan de kwaliteit van mer door structureel de kwaliteit van de leefomgeving te monitoren. Dat bespaart het MER-bureau veel tijd bij het opstellen van de referentiesituatie. Het MER-bureau kan dan focussen op de alternatieven en effecten (zie proces van milieueffectrapportage).
Omgevingseffectrapportage
Wij hebben een verkenning uitgevoerd naar de kansen en belemmeringen van omgevingseffectrapportage (OER). Een bredere reikwijdte van het MER heeft alleen meerwaarde als het detailniveau voldoende concreet is. In de huidige MER-praktijk signaleren wij een afname van het detailniveau van de beslisinformatie met als gevolg beperktere sturingsmogelijkheden van MER.
Omgevingseffectrapportage is qua methodiek vergelijkbaar met milieueffectrapportage. Wel heeft de bredere scope implicaties voor:
- De beschrijving van de huidige situatie en autonome ontwikkeling (referentiesituatie). Hiervoor dienen voldoende betrouwbare en valide data beschikbaar te zijn.
- Het beoordelingskader. Een ruimere set van thema’s en beoordelingscriteria leidt tot meer complexiteit en kosten.
- Monitoring en evaluatie. Het opstellen van een monitoringsplan met indicatoren waarop bestuurders kunnen sturen is een uitdaging.
In de literatuur hebben wij geen eenduidige definitie kunnen vinden van omgevingseffectrapportage. Een precieze afbakening van thema’s in brede MER en OER is niet scherp te geven, er is sprake van een glijdende schaal (zie tabel 1).
Voor meer informatie en actuele ontwikkelingen over milieueffectrapportage zie https://www.toets-online.nl
Notitie reikwijdte en detailniveau
Bij de start van de mer-procedure kan met deze aandachtspunten al rekening worden gehouden door in de notitie reikwijdte en detailniveau aandacht te besteden aan:
- De verwachtingen van initiatiefnemer, bevoegd gezag en belanghebbenden;
- Essentiële vragen die het MER moet beantwoorden;
- Relevante kennisissues en het belang van gezamenlijk feitenonderzoek (joint fact finding);
- De politieke dilemma’s die een rol spelen bij bestuurlijke afwegingen;
- De wijze van participatie.
Steeds vaker blijkt dat burgers, natuur- en milieuorganisaties en universiteiten beschikken over waardevolle unieke kennis. Het is in het belang van de kwaliteit van milieueffectrapportage om die kennis te betrekken bij de mer-procedure.
Lees meer in de blogs; ‘Wie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van m.e.r.?’ en “Van milieu naar omgevingseffectrapportage”
Toekomstige uitdagingen en kansen
Maatschappelijke transities (klimaatadaptatie, energietransitie, circulaire economie, kringloop landbouw) stellen nieuwe eisen aan de inrichting van de ruimte. De Omgevingswet biedt kansen om deze nieuwe uitdagingen te integreren in de procedure van milieueffectrapportage. Een ontwikkeling is gaande naar een verbreding van de scope van milieueffectrapportage met aandacht voor de milieugevolgen van maatschappelijke transities.
In omgevingseffectrapportage (OER) wordt een breed pallet van ruimtelijke, sociale en economische effecten beoordeeld. Deze ontwikkeling sluit aan bij het belang van duurzame ontwikkeling en het beoordelen van de lange termijngevolgen voor brede welvaart. Deze bredere scope maakt strategische afwegingen voor bestuurders complex. Er zijn tal van onzekerheden die het nemen van besluiten niet eenvoudiger maakt.
Monitoring en participatie zijn logische en noodzakelijke ontwikkelingen om die toenemende complexiteit het hoofd te bieden. Met monitoring is het mogelijk om strategische keuzen bij te sturen. Participatie waarborgt een optimale inbreng van gebiedskennis in ruimtelijke planprocessen. Daarnaast maakt digitalisering van MER milieu-informatie toegankelijker. Met behulp van visuele methodieken, zoals GIS, computersimulaties, augmented reality en audiovisuele hulpmiddelen is het mogelijk om data op verschillende wijze te presenteren.