Omgevingsplan
Stedeling heeft voor de gemeente Westerkwartier een 1-daagse training verzorgd over het omgevingsplan en milieu. Hoofddoel van de training was de deelnemers voorbereiden op de veranderingen die de Omgevingswet gaat betekenen voor het dagelijkse werk. Tijdens de training zijn deelnemers wegwijs gemaakt in de samenhang met de bruidsschatregels, instructieregels Bkl en omgevingsverordening. Ook is aandacht besteed aan de afstemming van verschillende verantwoordelijkheden binnen de gemeente (RO- en omgevingsbeleid) en met de Omgevingsdienst (VTH). Deelnemers hebben ook zelf casussen kunnen inbrengen om te bespreken.
Bekijk hier de PPT-presentatie
We gaan graag met u in gesprek over de structuur en samenstelling van het omgevingsplan. Voor het ontwerpen van het omgevingsplan is een heldere structuur nodig. Een structuur die gebaseerd is op een keuze voor:
1. Een gebiedsindeling die gedetailleerd of globaal van aard is;
2. Een set van algemene regels, doel- en middelvoorschriften of open normen.
Bij die keuze spelen overwegingen van rechtszekerheid en flexibiliteit een rol. Het gaat in essentie om het vinden van een goede balans tussen een herkenbare gebiedsindeling, het juiste detailniveau en een goede mix van algemene regels, doel- en middelvoorschriften en open normen.
Overeenstemming bereiken binnen de ambtelijke organisatie is een hele opgave. RO- en VTH-juristen, toezichthouders en stedenbouwers hebben niet dezelfde opvattingen over nut, noodzaak en het detailniveau van de regelgeving in het omgevingsplan. Er zijn verschillen tussen een meer principiële en pragmatische houding tegenover het stellen van regels. Dit geldt ook voor bestuurders.
Evenwichtig toedelen van functies
Een heldere structuur is een voorwaarde voor het evenwichtig toedelen van functies (en activiteiten) aan locaties/gebieden. In een gebied spelen verschillende belangen (gezondheid, externe veiligheid, energie) die moeten worden meegewogen. Het meewegen van verschillende belangen en dat vertalen naar een set van algemene regels, doel- en middelvoorschriften en open normen vraagt om een systematiek. Een systematiek die onderscheid maakt tussen gebieden, functies, activiteiten en waarden/kwaliteiten.
Binnen een functie zijn soms meerdere activiteiten te onderscheiden. Bij het al dan niet toelaten van combinaties van functies en activiteiten gaat het om een afweging tussen behouden, beschermen of benutten van waarden en kwaliteiten in een gebied. In een beschermd gebied gelden vaker meetbare (wettelijke) normen. In een transformatiegebied ligt het meer voor de hand om open normen toe te passen, omdat er dan meer mogelijkheden zijn voor maatwerk. Algemene regels en middelvoorschriften geven vooraf duidelijkheid aan initiatiefnemers over de ruimte die zij krijgen. Doelvoorschriften geven meer keuzeruimte aan initiatiefnemers en kunnen innovatie uitlokken.
Gebiedsgerichte aanpak
In het omgevingsplan kunnen gebieden worden aangewezen waarvoor een bepaald beschermingsniveau moet worden gehandhaafd of waarvoor specifieke ontwikkelingsdoelen gelden. Verschillende gebiedsindelingen zijn dan mogelijk:
- Een indeling naar gebiedstypen, zoals centrum, stedelijk wonen, dorps- en landelijk wonen, bedrijventerrein, buitengebied.
- Een indeling gebaseerd op aandachtsgebieden voor geluid, geur en veiligheid.
- Een indeling gebaseerd op het onderscheid tussen behouden/beschermen, vitaliseren en transformeren van gebieden.
Met een gebiedsgerichte aanpak is maatwerk mogelijk. Milieunormen en -regels worden afgestemd op de functies die worden toegestaan en de doelstellingen voor een gebied. Binnen een bepaald gebied zijn meerdere functies met elkaar te combineren, mits de activiteiten die worden toegestaan voldoen aan de milieunormen voor het gebied. Ook kunnen bepaalde activiteiten worden verboden met een vergunningplicht. Voor de activiteiten die worden toegestaan kan een brede set van regels worden ingezet. Denk aan algemene regels, informatieplichten, meldings- en vergunningplichten en open normen. Open normen zijn gekoppeld aan beleidsregels in de omgevingsvisie.
Milieueffectrapportage
De Omgevingswet verplicht het uitvoeren van een milieueffectrapportage voor omgevingsvisies en omgevingsplannen. Met milieueffectrapportage kunnen verschillende beleidsalternatieven (omgevingsvisie) en alternatieve regelsets en normen (omgevingsplan) worden beoordeeld op hun milieugevolgen. Het MER helpt het bevoegd gezag bij het maken van een keuze voor de uitvoering van het omgevingsbeleid, gebiedsgerichte aanpak, regelgeving, handhaving en monitoring van de fysieke leefomgeving.
Wat is een omgevingsplan?
Een omgevingsplan is geen plan, maar een gemeentelijke verordening met regels voor het gebruik en beheer van de fysieke leefomgeving binnen een gemeente. Het omgevingsplan vervangt alle vastgestelde bestemmingsplannen en de milieuregels van het Activiteitenbesluit uit de Wet milieubeheer. Voorheen had elke gemeente meerdere bestemmingsplannen voor verschillende delen van haar grondgebied. Met de Omgevingswet moet elke gemeente één omgevingsplan opstellen voor het hele grondgebied. Dit nieuwe omgevingsplan kan bovendien flexibeler en globaler worden ingericht, wat gemeenten meer ruimte (maatwerk) geeft om het plan aan lokale behoeften aan te passen. Bij het inwerkingtreden van de Omgevingswet , heeft iedere gemeente direct een omgevingsplan van rechtswege. Het omgevingsplan bestaat uit een tijdelijk deel en een nog te vullen nieuw deel. Het tijdelijke omgevingsplan bestaat uit:
● Ruimtelijke regels uit diverse bestemmingsplannen en andere ruimtelijke besluiten, zoals beheersverordeningen.
● Voormalige rijksregels voor bouwen, monumentenzorg en milieubelastende activiteiten, aangeduid als de bruidsschat.
Een nieuw omgevingsplan start initieel leeg. De gemeente heeft tot 2032 de tijd om de ruimtelijke regels en de regels van de bruidsschat over te zetten naar dit nieuwe deel. Het wijzigen van het nieuwe deel van het omgevingsplan kan op gebiedsgerichte en/of op thematische basis plaatsvinden.
Opstellen en wijzigen van een volwaardig omgevingsplan
Het opstellen, wijzigen en vaststellen van het omgevingsplan is strikt gereguleerd onder de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit zorgt voor een gestructureerd proces dat belangrijk is voor de rechtsgeldigheid van het plan. Belangrijke stappen in dit proces zijn:
● Openbare bekendmakingen: Deze stap garandeert transparantie door de plannen openbaar te maken, zodat iedereen op de hoogte is en de mogelijkheid heeft om te reageren.
● Participatie: Het participatieproces biedt structurele mogelijkheden voor burgers en bedrijven om voorstellen te doen voor aanpassing en/of aanvulling. Dit is cruciaal voor het democratisch proces en de kwaliteit van het uiteindelijke omgevingsplan.
● Goedkeuring door de gemeenteraad: Na het doorlopen van de voorgaande stappen, moet het omgevingsplan worden goedgekeurd door de gemeenteraad. Dit zorgt voor de wettelijke bekrachtiging van het plan.
Deze procedure is ontworpen om te zorgen dat het omgevingsplan rechtvaardig, inclusief en effectief is, afgestemd op de behoeften en de veiligheid van de gemeenschap.
Integratie met andere beleidsinstrumenten
De scope van het omgevingsplan omvat regels voor het beheer en gebruik van de fysieke leefomgeving. Om een coherente en duurzame stadsontwikkeling te waarborgen, is het omgevingsplan onder andere nauw verbonden met andere beleidsinstrumenten, zoals de omgevingsvisie en verordening fysieke leefomgeving. Dit zorgt ervoor dat het omgevingsplan niet alleen voldoet aan juridische vereisten, maar ook strategisch bijdraagt aan het duurzaam gebruik en beheer van de fysieke leefomgeving.
● Omgevingsvisie: Dit document schetst de langetermijnstrategie voor de ontwikkeling van de fysieke leefomgeving. Het biedt een richtinggevend kader waarbinnen het omgevingsplan zijn specifieke regels moet vormgeven.
● Verordening fysieke leefomgeving: Deze verordening stelt specifieke regels en normen die geen onderdeel zijn van het omgevingsplan, zoals beheer van de openbare ruimte (regels voor kap van bomen, markten, kabels en leidingen) en evenementen.
Deze integratie verzekert dat het omgevingsplan niet alleen voldoet aan wettelijke vereisten, maar ook bijdraagt aan een weloverwogen duurzame ontwikkeling van de stad.
Aandacht voor cultureel erfgoed in het omgevingsplan
Verder speelt de bescherming van cultureel erfgoed, waaronder monumenten een cruciale rol binnen het omgevingsplan. Het is van belang dat nieuwe ontwikkelingen de historische en culturele waarden van de gemeente respecteren. Deze bescherming zorgt voor:
● Identiteit behouden: Het behoud van unieke culturele waarden van de gemeente is essentieel voor het bewaren van de historische identiteit en het karakter van de omgeving.
● Duurzaam beheer: De regels binnen het omgevingsplan moeten garanderen dat nieuwe ontwikkelingen de integriteit van cultureel erfgoed niet schaden.
Betrokkenheid en multidisciplinaire aanpak
Het opstellen van een gedragen omgevingsplan vereist een betrokken en multidisciplinaire aanpak. Het is belangrijk dat alle relevante stakeholders, zoals bewoners, ondernemers en milieuorganisaties, actief betrokken worden bij het ontwikkelingsproces. Dit zorgt voor een breed gedragen plan dat aansluit bij lokale behoeften en verwachtingen. Daarnaast is de inzet van experts uit verschillende vakgebieden nodig om te zorgen dat het plan niet alleen voldoet aan juridische vereisten, maar ook praktisch uitvoerbaar en toekomstbestendig is.
Duurzaamheid en klimaatadaptatie
Tot slot benadrukt het omgevingsplan het belang van duurzaamheid en klimaatadaptatie door regels te integreren van initiatieven die zich richten op de energietransitie, waterbeheer en stadsvergroening. Het omgevingsplan faciliteert onder andere de uitvoering van zonne-energieprojecten en het bevorderen van energie-efficiëntie in gebouwen. Verder waarborgen de regels van het omgevingsplan het nemen van maatregelen voor waterbesparing en effectief watermanagement, wat cruciaal is gezien de uitdagingen van klimaatverandering.
Het omgevingsplan waarborgt ook de vergroening van zowel openbare als private ruimtes. Dit draagt bij aan betere luchtkwaliteit, verlaging van de stadstemperatuur en verhoging van de biodiversiteit. Met deze geïntegreerde aanpak zorgt het omgevingsplan ervoor dat milieuproblemen worden voorkomen, maar ook actief bijdraagt aan een gezondere en veerkrachtige leefomgeving.