Plan-mer-procedure
De plan-mer-procedure is onder de Omgevingswet op enkele punten gewijzigd. Zo is er een verplichting om in de procedure aandacht te besteden aan participatie. Daarvoor kan o.a. de notitie reikwijdte en detailniveau worden gebruikt. Voorwaarde is wel dat deze notitie begrijpelijk en toegankelijk is geschreven. Daarnaast is het verplicht om in het MER-rapport een plan van aanpak op te nemen voor het monitoren van potentiële milieueffecten als gevolg van het plan of programma. Daarbij kan worden aangesloten bij bestaande monitoringssystemen. Plannen en programma’s die betrekking hebben op een klein gebied of kleine wijziging kunnen met een plan-mer-beoordelingsprocedure worden onderzocht op eventuele aanzienlijke milieugevolgen. Hoe wij u kunnen ondersteunen in de plan-mer-procedure leest u hier.
Plan-mer-plicht
De mer-procedure kent een onderscheid tussen plan-mer en project-mer. Een plan-mer-plicht kan gelden voor een besluit over een omgevingsvisie, programma, omgevingsplan en voorkeursbeslissing (voor een projectbesluit). Dit is het geval wanneer het plan, programma of projectbesluit:
- Een kader vormt voor mer-plichtige of mer-beoordelingsplichtige projecten (zie bijlage V Omgevingsbesluit).
- Potentiële gevolgen heeft voor een beschermd Natura 2000-gebied en een passende beoordeling moet worden opgesteld.
- Het risico op aanzienlijke milieugevolgen niet is uit te sluiten.
De Omgevingswet heeft de plan-mer-beoordeling geïntroduceerd voor een plan of programma in het geval van een klein gebied of kleine wijziging. De plan-mer-beoordeling moet uitsluiten dat er risico’s zijn op aanzienlijke milieugevolgen. Als dit niet kan worden aangetoond, dient alsnog een MER te worden opgesteld.
Wijzigingen mer-procedure
Met de Omgevingswet zijn enkele onderdelen van de procedure niet meer wettelijk verplicht. Zo is kennisgeving van het voornemen en het opstellen van het MER (stap 1) alleen verplicht bij een projectbesluit (met voorkeursbeslissing) en het omgevingsplan. Hoewel niet verplicht gebeurt stap 1 in de praktijk ook bij omgevingsvisies en omgevingsprogramma’s. Alleen al vanwege de verplichting om te beschrijven hoe met participatie wordt omgegaan. Ook het opstellen en publiceren van de NRD is niet verplicht (stappen 4 en 5), maar wordt in de praktijk altijd aanbevolen. De NRD kan van belangrijke meerwaarde zijn voor de participatie. Bij het vaststellen van het plan of programma dient het bevoegd gezag toe te lichten hoe rekening is gehouden met het MER, advies Commissie mer en de zienswijzen.
Hieronder volgen de stappen in de plan-mer-procedure:
- Kennisgeving voornemen plan/programma en MER
- Vaststellen notitie reikwijdte en detailniveau (NRD) door bevoegd gezag
- Raadpleging bevoegde gezagen en wettelijke adviseurs over NRD
- Publicatie NRD en indienen van zienswijzen (vrijwillig)
- Advies Commissie voor de mer over NRD (vrijwillig)
- Opstellen MER
- Kennisgeving en terinzagelegging ontwerpplan en MER
- Iedereen kan zienswijzen indienen
- Toetsingsadvies Commissie mer (verplicht)
- Vaststellen plan of programma
- Bekendmaking plan of programma
- Monitoring
Project-mer-procedure
Na de plan-mer-procedure kan een project-mer-procedure volgen, maar beide procedures kunnen ook worden gecombineerd. Een project-mer geldt voor een besluit over een omgevingsvergunning, projectbesluit en omgevingsplan. De project-mer-procedure kent vergelijkbare stappen als de plan-mer met uitzondering van het (toetsings)advies van de Commissie voor de mer voor de NRD en het MER. Het (toetings)advies van de Commissie voor de mer is niet meer verplicht en wordt alleen nog gedaan op verzoek van de initiatiefnemer. Op het besluit van een omgevingsvergunning, projectbesluit en omgevingsplan is bezwaar en beroep mogelijk.
Het proces van milieueffectrapportage
Milieueffectrapportage maakt gebruik van een gestructureerde aanpak. Deze aanpak wordt doorgaans uitgewerkt in de voorbereidingsfase en vastgelegd in de notitie reikwijdte en detailniveau (NRD). De NRD wordt ook wel aangeduid met onderzoeksagenda.